SV | En zij had tot hem gezegd: Ik ben de dochter van Bethuel, den zoon van Milka, dien zij Nahor gebaard heeft. |
WLC | וַתֹּ֣אמֶר אֵלָ֔יו בַּת־בְּתוּאֵ֖ל אָנֹ֑כִי בֶּן־מִלְכָּ֕ה אֲשֶׁ֥ר יָלְדָ֖ה לְנָחֹֽור׃ |
Trans. | watō’mer ’ēlāyw baṯ-bəṯû’ēl ’ānōḵî ben-miləkâ ’ăšer yāləḏâ lənāḥwōr: |
En zij had tot hem gezegd: Ik ben de dochter van Bethuel, den zoon van Milka, dien zij Nahor gebaard heeft.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
En zij had tot hem gezegd: Ik ben de dochter van Bethuel, den zoon van Milka, dien zij Nahor gebaard heeft.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!